Cornelis Johannes Jacobus Maria (Cees) Nooteboom (Den Haag, 31 juli 1933) was 11 jaar toen zijn vader bij een Engels bombardement op het Haagse Bezuidenhout omkwam. Hij werd vaak van school gestuurd en deed een tijdlang kantoorwerk in Hilversum. In 1953 begon hij door Europa te liften. In 1955 verscheen zijn eerste roman, Philip en de anderen. Hij schreef reisverhalen voor verschillende bladen, schreef liedteksten voor Liesbeth List en vertaalde werk van verschillende dichters. Naast verhalen en romans schreef hij verschillende dichtbundels. Nooteboom woont in Amsterdam, maar reist nog altijd veel. Zijn werk, waarvan vele titels in het Duits zijn vertaald, is zeer geliefd in Duitsland.
Zijn werk is vaak bekroond, met de Anne Frankprijs, de Visser-Neerlandiaprijs, de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, de poëzieprijs, de Jan Campert-prijs, de Pegasus-prijs, de Bordewijk-prijs, de Cestoda-prijs, de Multatuli-prijs en de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre. Ook ontving hij de Europese Aristeion-prijs en een Duitse literatuurprijs.
In het juryrapport wordt de grote thematische coherentie geprezen van het werk van Nooteboom. De grenzen worden er steeds in overschreden, zowel letterlijk als figuurlijk. Men acht hem ‘een van de grote Europese auteurs van de afgelopen vijftig jaar’. De volledige tekst van het juryrapport is te vinden in P.C. Hooftprijs 2004 Cees Nooteboom, uitgegeven door de Stichting P.C. Hooftprijs en Atlas.
(bron: literatuurmuseum juryrapport)