Voor u ligt een historische roman, die tegelijkertijd een in romanvorm geschreven geschiedenis is. Ik beschrijf in dit boek de onstuimigste en meest schokkende zes maanden in het leven van het eiland
Minger, de parel van de Middellandse Zee, met daaraan toegevoegd
de grotere geschiedenis van dit mij zo dierbare land.
Tijdens mijn onderzoek naar wat er zich tijdens de pestepidemie
van 1901 op het eiland afspeelde, merkte ik dat de methodes van de
geschiedschrijving niet zouden volstaan om de subjectieve beslissingen van de hoofdpersonen in deze korte en dramatische tijdspanne te begrijpen, en dat de romankunst mogelijkheden biedt om die
beter te doorgronden. Ik heb daarom geprobeerd beide te combineren.
Toch moeten de lezers niet denken dat dit soort verheven literaire
overwegingen voor mij het uitgangspunt waren. Alles begon met de
brieven die ik in dit boek in hun volle rijkdom geprobeerd heb weer
te geven. Pakize sultane, de derde dochter van Murat v, de drieëndertigste Osmaanse sultan, schreef tussen 1901 en 1913 honderddertien brieven aan haar oudere zus Hatice. Ik kreeg het verzoek deze te annoteren en voor publicatie gereed te maken. Het boek dat u nu leest……
Leesfragment ‘De nachten van de pest’