

Wat vooraf ging aan De jaknikker
Wat vooraf ging aan De jaknikker
In ‘Otmars zonen’ beleeft Ludwig Smit zijn verblijf op Sakhalin Island als een koortsdroom. Onverwacht belandt hij in het kantoor van de Shell-CEO, een Nederlander die Johan Tromp blijkt te heten – net als zijn vader die hij niet kent. Zwetend slaat hij zich door het zakelijke onderhoud. Is deze Tromp de man die zijn zwangere moeder verlaten heeft? En zo ja, herkent hij Ludwig? Zelf houdt hij zijn mond en knijpt ertussenuit. Op weg naar het vliegveld bestormen hem herinneringen aan zijn vaderloze start met zijn moeder alleen, later in het gezin van Otmar Smit, de violist met wie Ulrike trouwt. Zijn stiefvader heeft twee hoogbegaafde kinderen, Dolf en Tosca, piano en viool. Otmar is zachter voor Ludwig dan voor zijn wonderkinderen, die hij klaarstoomt voor de concertpodia. Juist als het gezin begint te
draaien wordt Otmar ongeneeslijk ziek en sterft. Ulrike stort zich op de carrière van Dolf, Ludwig vergetend, die zijn school eraan geeft. Het is Tosca die hem met een geheime gift van nota bene Tromp naar een Luzac College sleept. Na een scheikundestudie in Enschede krijgt Ludwig, ironisch genoeg net als zijn vader, een baan in de olie-industrie. Ludwig wil direct naar huis, naar Juliette en haar dochtertje Noa, maar de weergod beslist anders; een sneeuwstorm houdt zijn vliegtuig aan de grond. Bij een bagageband ziet hij de net gelande Isabelle Orthel staan, een oud-huisgenote uit Enschede. Overmacht doet hen besluiten een hotelkamer te delen. Isabelle blijkt op weg naar de man bij wie hij zojuist geweest is: Tromp. Ze gaat ver terug met hem. In haar puberteit veroorzaakte een sm-brief aan Isolde, de verse bruid van haar grootvaders uitgever, een echtscheidingsdrama. De bedrogen echtgenoot verspreidde het onderschepte epistel onder Isoldes familie en vrienden, tot wie ook Isabelle hoort. Ze vist de brief uit de vuilnisbak van haar ouders. Hij bleek afkomstig van een olieman uit haar opa’s coterie: Tromp. Tot haar woede kiest die Tromps kant. Ze lekt haar grootvaders belastingfraude naar de pers, een represaille waaraan hij bezwijkt. Ze besluit journaliste te worden. Jaren later, als ze voor een olieboek in Nigeria is, loopt ze Tromp tegen het lijf. Er ontspint zich een affaire die de sm-brief van Isolde in de schaduw stelt. Geheel undercover ontfutselt ze Tromp belastende uitspraken over de ontvoeringszaak van een Britse tv-maker die ze stiekem opneemt met een voicerecorder. Hij bekent de mogelijkheid om de ontvoering af te kopen te hebben genegeerd. ‘Ik heb ze laten stikken,’ zegt hij tevreden. Haar co-auteur Timothy Spade verbiedt haar te publiceren, maar als Biggerstaff jaren later op de proppen komt met de bestseller Kidnapped is de zaak actueler dan ooit. Nu dringt Spade juist aan. Ze is op Sakhalin voor wederhoor. Het is bijltjesdag voor Tromp. Ludwig ligt inmiddels wakker naast Isabelle, drinkend van een fles wodka. Buiten woedt de sneeuwstorm. Isabelle betrapt hem als hij diep in de nacht haar oordopjes uit haar oren probeert te stelen. Op de piek van zijn schaamte, verklapt hij dat zijn stiefbroer het middendeel van Beethovens fameuze pianosonate opus 111 beweert te bezitten. Of het waar is, geen idee, het is een vreemd mannetje. Mondje dicht dus. Dat laatste bepaalt Isabelle zelf wel. Een dergelijke vondst, doorziet ze, is niet alleen wereldnieuws, maar ook geld waard. Van beiden wil ze, links- of rechtsom, haar deel. Tot Ludwigs afgrijzen gaat ze ermee aan de haal. Maar eerst meldt ze zich in Tromps mansion. Ze raken verwikkeld in een agressief steekspel, waarbij hij haar intimideert en zelfs fysiek bedreigt. Precies wanneer zijn echtgenote Barbara de kamer betreedt, speelt ze haar troef uit. Ze laat hem blijken alles op band te hebben staan.