H.H. ter Balkt

H.H. ter Balkt

H.H. ter Balkt (1938-2015) publiceerde poëzie, essays, toneel en proza, aanvankelijk onder de pseudoniemen Habakuk II de Balker en Foel Aos, later onder zijn eigen naam. Zijn grote oeuvre werd meermalen bekroond met de belangrijkste literaire prijzen van Nederland, onder meer de Herman Gorter-prijs (1973), de Jan Campertprijs (1988), de Constantijn Huygensprijs (1998) en de P.C. Hooftprijs (2003).

Een van de vele hoogtepunten uit zijn werk zijn de Laaglandse hymnen (drie bundels, gezamenlijk gebundeld in 2003), een veelstemmige verzameling sonnetten waarin Ter Balkt de vaderlandse geschiedenis vanaf de steentijd tot aan het heden bezingt, en waarin de lezer een duik neemt in de wereld van Rembrandt, Van Goyen en Ruysdael, veldslagen, zeereizen en aardappeleters, maar ook oorlogsherinneringen, huiselijke taferelen en doelpunten van Dennis Bergkamp passeren de revue. Met deze beurtelings rauwe en tedere blik op de geschiedenis betoont Ter Balkt zich een meester van de verbeeldingskracht.

In 2000 verscheen een bloemlezing uit zijn poëzie onder de titel De waterwingebieden: gedichten 1953-1999 , waarin hij diverse gedichten heeft hernomen, geschrapt of herschreven. In 2004 volgde de bundel Anti-canto's en De Astatica (met zowel gedichten als proza), die werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs, en in 2007 bundelde Ter Balkt zijn proza in twee delen: een herziene uitgave van de roman Zwijg (1973) en een deel met verhalen, toneel, recensies en toespraken, getiteld De gedenatureerde delta .

Vuur verscheen in het voorjaar van 2008, Piet Gerbrandy schreef erover in de Volkskrant: 'De poëzie van Ter Balkt wordt gekenmerkt door een in ons taalgebied zelden geëvenaarde vrijheid.' Daarna publiceerde hij in 2010 de dichtbundel Onder de bladerkronen .
In mei 2014 verscheen Hee hoor mij Ho simultaan op de brandtorens , een monumentale uitgave van achttienhonderd pagina's, waarin zijn gedichten verzameld zijn.